
Firma Betting, Bredevoort De familie Betting is van start gegaan in het pand op het Zand 21 te Bredevoort. In 1933 was Willem Betting zeventien jaar als hij dagelijks met zijn transportfiets de boer opgaat om "kleeraozje" te verkopen. Uit een prijslijst uit de jaren 1935-1945 kunnen we opmaken in welke spullen Willem Betting handelde: nachtjaponnen, banddoeken, gordels, bustehouders, sokophouders, kaartjes stopwol, knotten sajet, herenhoeden, etc. kortom teveel om op te noemen. Zijn klantenkring had Willem op de Haart, het Woold en in Meddo. Voorop zijn transportfiets had hij drie grote koffers gebonden met manchester broeken, ondergoed, molton directoires en sokken welke negentien cent per paar kostten. De omzet op een werkdag was in die tijd zo'n vijf gulden: "dat was niet veel, maar je moest het met centen bij elkaar schrapen. Als je voor zo'n vijftien tot twintig gulden verkocht dan had je een hele goede dag", aldus Willem Betting in een interview in 1985. Willem Betting kende in die tijd nog geen vijfdaagse werkweek. Hij fietste zes dagen per week met zijn spullen in de buurt rond, weer of geen weer. In de winkel op 't Zand was van alles te koop; kleding zoals sporthemden, jassen, herenkostuums, manchester broeken. Ook zaken zoals: schortenband, lakenkatoen waren er per el (oude lengtemaat van 68 cm!) te koop. Ook meubels werden toen al verkocht. Een eenvoudig ledikant was volgens de prijslijst 1935-1945 al te koop voor f 5,90 een luxere deed een prijs van f 12,50. Twee fauteuils en vier stoelen had je in die tijd voor het luttele bedrag van f 65,-. Na een paar jaar fietsen had Willem Betting het wel bekeken. Voor f 275,- werd een Francis Barnett motor gekocht. Toen de oorlog uitbrak wilden de Duitsers dat iedereen de motor inleverde. De motor van Willem Betting ging voor 'onderduik' naar een boer in Meddo. Deze boer was tevens doodgraver. En toen het te gevaarlijk werd om de motor daar te laten staan werd deze naar het dodenhuisje gebracht. Tijdens de oorlog viel er weinig te handelen. De goederen werden steeds schaarser en het kostte de grootste moeite de spullen in te kopen. In de oorlog werden de bestellingen bezorgd per bakfiets. In 1946 werd de eerste tweedehands auto, een Peugeot vrachtwagentje, aangeschaft. In 1947 werd de eerste nieuwe bestelwagen gekocht. Al voor de oorlog breidde Betting de zaak uit met meubilair. Toen de gelegenheid zich voordeed het pand naast het winkeltje op 't Zand te kopen werd dit gedaan en de ruimte ingericht als toonzaal. In de loop van 1940 was deze toonzaal klaar. De zaak werd gevorderd door de Duitsers in oktober 1944. De goederen werden opgeslagen in het parochiehuis op het toneel. Ook daar werden de Duitsers ingekwartierd. Deze stookten de aldaar aanwezige stoelen op in de kachel als brandhout. Na de oorlog waren de grondstoffen schaars. Willem Betting moest roeien met de riemen die hij had. Kasten bijvoorbeeld waren gemaakt van bordpapier. Maar door de lak zagen ze er toch prachtig uit. Voor de vloeren werden in de naoorlogse jaren kokosmatten verkocht. In de oorlog was dat geen echte kokos maar papiertouw. Dat was toch vrij sterk. Een divan was ook zo'n meubelstuk, dat je op een gegeven moment in elke kamer zag. Daarachter hing meestal een wandkleed met een of ander tafereel erop. Het Ambthuis, de latere plek van vestiging van de firma Betting: In het begin van de jaren zestig werd het Ambthuis gesloopt. Het eerste Ambthuis werd in 1646 volledig verwoest, toen ook het kasteel van Bredevoort werd vernield bij een blikseminslag in de kruittoren. In 1699 herrees het Ambthuis in zijn oude glorie, zij het op een andere plaats, n.l. op de hoek Landstraat-Ambthuiswal. Hier vestigde Willem Betting zich in 1964 met de nieuwe zaak. Eerst werd ook weer textiel verkocht. Later werd het de meubelzaak bij uitstek voor de Achterhoek. In 1971 bouwde Willem Betting een groot magazijn aan de Prins Mauritsstraat en vervolgens werd de winkel aan de Landstraat in 1975 nog aanzienlijk uitgebreid. Marcel Betting is sinds 1991 directeur-eigenaar van de Bredevoortse meubelzaak. In dat jaar overleed zijn vader Willem. In 2003 kwam Marcel tot de conclusie dat het pand aan de Landstraat niet meer aan de eisen van de tijd voldeed. Er was onvoldoende parkeergelegenheid en ook de toonzaal werd te klein. Omdat Betting verbonden wilde blijven aan Bredevoort, werd er gezocht naar een goede plek in de oude vestingstad. Marcel Betting: "We wilden persé in Bredevoort blijven met onze zaak. We zijn een echt Achterhoeks bedrijf en horen hier thuis. Het zou een slechte zaak zijn als we ons nu ergens anders vestigden". In het voorjaar van 2008 is de nieuwbouw van start gegaan op de plek van het oude magazijn.Hier wordt ook de oude fabriek van Van Eijck, het pand waarin later ook nog de coca-colafabriek, de fabriek van Snel, Riviera en als laatste Tufting Russink zat, erbij getrokken. Het nieuwe pand wordt in het voorjaar van 2009 in gebruik genomen. Het oude pand op 't Zand 21, waar Willem Betting begon, werd in de jaren zestig in gebruik genomen als de schoenenzaak van Temming. Eind jaren zeventig verdween deze zaak. Bert Hummel was er tot eind 1999 in gevestigd met het Hamaland boekbinderscentrum. In het voorjaar van het jaar 2000 vond een grote verbouwing plaats door Jos Betting. Het gehele pand werd nu Galerie 21, later werd het Foto 21.
Foto: -De opening van de nieuwe zaak Betting aan de Landstraat Bredevoort op 25 maart 1965.
Bron: Bedrijvig Bredevoort door Dinie Lammers & Leo van der Linde (2008). Een boekuitgave van uitgeverij Fagus, IJzerlo.
Dit boek is nog beperkt voorradig te koop bij: -Drogisterij/postagentschap Theo Taken, Markt te Bredevoort, -Uitgeverij Fagus, Kruisdijk 14B, IJzerlo (gemeente Aalten).