Ik wist het (44)

door: Johan Winkelhorst.

Ik begin geleidelijk aan met andere ogen naar sport in het algemeen te kijken. Al eerder schreef ik een groot liefhebber van sport te zijn, maar dat neemt af. Vertel mij wat er nu zo leuk is aan het kijken naar fietsen apothekers en druggebruikers, professionele voetballers die ballenjongens in elkaar trappen, kickboksers die het prachtig vinden willekeurige personen buiten de ring het ziekenhuis in te slaan, jeugdspelers die een grensrechter doodschoppen of tennisspelers die met een harde klap ballenjongens buiten gevecht stellen. Ik vind daar niet veel aan. Dan kan ik evengoed liefhebber worden van vechtfilms met bruce Lee, Sylvester Stallone, Jean-Claude van Damma of die geflipte senator Arnold Schwarzenegger. Deze films hebben zelfs iets voor op de hedendaagse sport: er vallen geen doden of gewonden. Geloof het of niet, maar het lijkt echt, maar het is niet echt. De sport heeft ons echter wel dichter tot elkaar gebracht. In de tijd van de Koude Oorlog waren het uitsluitend de Russen, Koreanen, Chinezen, Turken, Roemenen en vooral sporters uit de DDR die dankzij uitstekende producten uit de farmaceutische industrie tot het onmogelijkste in staat waren.

Tegenwoordig maken ook onze helden deel uit van deze wereld. Menige gouden medaille van menige Nederlandse, Belgische of Ierse sporter heeft een kartelrandje waarin de tekst staat gegraveerd dat de pil ongenaakbaar is en het doel alle middelen heiligt. Voorlopig is er nog een aantal sporten ontkomen aan de waanzin waarmee sport tegenwoordig te maken heeft. Voorlopig heb ik nog geen dartspelers gezien die een toeschouwer een pijltje in een oog werpt omdat deze persoon was vergeten zijn mobieltje uit te zetten. Ik wacht gelukkig nog altijd op de eerste speler van het poolbiljart die zijn tegenstander met zijn keu te lijf gaat en het ziekenhuis in slaat. Ook bij het badminton heb ik nog niets van dien aard kunnen constateren. Helaas interesseren juist deze sporten mij geen ene moer. Gelukkig beschik ik voorlopig nog over rugby. Dat is een sport naar mijn hart. Je bedankt na afloop van een wedstrijd je tegenstanders. Het maakt dan niet uit dat het bloed je langs de wangen loopt. Je bedankt ze voor de fantastische strijd de ze hebben geleverd. Dat is sport.


« Terug naar het artikel
Advertenties
Advertenties
Delightnet Home Automation for free