Ik wist het (45)

door: Johan Winkelhorst

Vrijwel geen week gaat voorbij of er wordt in het nieuws wel aandacht geschonken aan een opmerkelijk verschijnsel dat in Nederland door de één wel en door de ander niet als een ziekte wordt gezien. Ik doel dan op het verschijnsel dat personen in zeer verantwoordelijke posities,die aan hun baan de handen vol zouden moeten hebben, bijbaantjes verzamelen. Hoe meer bijbaantjes, en dan vooral bijbaantjes die vorstelijk worden betaald, iemand heeft, hoe hoger hij of zij in aanzien stijgt bij collega’s. Een enkel bijbaantje zie ik persoonlijk niet als een ziekte. Dat gaat zeker op voor onbetaalde baantjes. Zodra personen die door het Nederlandse volk zijn gekozen om het land te besturen of op dat bestuur toezicht te houden lijsten kunnen laten zien met daarop tien, twintig en soms nog meer bijbaantjes is in mijn ogen ook geen sprake van een ziekte, maar van een misdaad. Het bestaat niet dat deze personen hun baan naar behoren verrichten. Doen zij dat wel dan kunnen zij onmogelijk tijd overhouden voor die bijbaantjes. Het is het één of het ander. Er gaat geen dag voorbij of er zijn ministers of kamerleden die klagen over gebrek aan tijd om essentiële werkzaamheden te verrichten.

Dat uit zich dan ook in gebrek aan dossier kennis in de Kamer of in commissies.. Dit valt toch niet te rijmen met de lange lijsten bijbaantjes. Dames, heren stop met die bijbaantjes en doe waarvoor u door ons, ik bedoel de kiezer, wordt betaald. In de voorbije weken heb ik mij afgevraagd of de bijbaantjes-cultuur in Nederland mede aan de basis heeft gestaan van de depressie. Bewijzen heb ik niet gevonden, maar het zou mij niet verbazen. Zouden de treinen in Nederland op tijd rijden als topbestuurders niet tachtig uur per week zouden steken in het voorzitterschap van een professionele voetbalclub of bank, het lidmaatschap van de een of andere raad van bestuur, maar zouden doen waarvoor ze worden betaald. Ik sluit het zeker niet uit dat veel woningbouwvereniging, scholen, universiteiten en ziekenhuizen niet in de problemen waren gekomen als de baantjes-cultuur jaren geleden was uitgeroeid. Het is natuurlijk mooi dat die lijstjes met bijbaantjes sinds enige tijd openbaar moeten worden gemaakt. Wat schiet je daar mee op? Volgens mij niets. Het maakt het voor de dames en heren eenvoudiger een collega de ogen uit te steken. ‘Mijn lijstje is lekker langer dan de jouwe.’ Ik hoor het ze al zeggen. Het openbaar maken van de lijsten is echter niet wat mij interesseert. Mij interesseert wat het hebben van een bijbaantje voor negatief effect heeft op het werk dat moet worden gedaan en dat door de burger mag worden verlangd.


« Terug naar het artikel
Advertenties
Advertenties
Delightnet Home Automation for free